Gekke bek

2 augustus 2022 - Muchenje, Botswana

Maandag 1 augustus. De dag begon met een potje gekke bekken trekken. Camping Muchenje heeft namelijk een apenprobleem. Gelukkig geen bavianen, aangezien Luuc na een hele slechte ervaring in Namibië een bavianen-trauma heeft. Dat zijn ook echt nare, gevaarlijke beesten, sommige met enorme tanden; op Senyati liepen er twee nachtwakers om o.a. deze op afstand te houden, maar zodra die weg waren, zagen ze toch kans om fruit van ons te jatten. Gelukkig lag Luuc toen nog in zijn tent.
Maargoed, terug naar Muchenje. Hier zijn het de 'blue velvet monkeys' die de boel terroriseren. En in plaats van schreeuwen, zoals de Nederlandse buren met volle overgave deden, werkte het vooral heel goed om je tanden te laten zien. Dat is even wennen, en zorgde weer voor de nodige hilariteit op de vroege ochtend. Want net als ik met succes mijn eerste aapjes heb weggejaagd met mijn meest afschrikwekkende gezicht, zegt Paul droog: "Zo ben je niet zo knap". En bedankt.

Gisteren hadden we weer een reis- en boodschappendag. We hoefden slechts 70 km te verplaatsen, dus alles kon echt in een rustig tempo. En ondanks dat we niet het park ingingen, gaan de doorgaande weg er wel dwars doorheen. En het registratiesysteem is daarbij weer typisch Afrikaans. Je schrijft je naam en kenteken in een gigantisch logboek bij een hokje en 70 km later weer. Gelukkig hadden we dit ergens gelezen, want heel duidelijke aanwijzingen krijg je niet. Hoe erg het is als je het vergeet weet ik ook niet, want de auto voor ons, die doorreed, was al uit het zicht voordat de toezicht-dame überhaupt op haar enorme, te grote pumps het hokje uit was gestrompeld.

Maar hé, wij hebben het in ieder geval allemaal weer keurig volgens de regels gedaan. Zo kwam het ook dat we ons vanmiddag toch weer rot haastten aan het einde van ons tweede 'ritje' door Chobe National Park. We moesten namelijk nog betalen, omdat er 's ochtends geen 'treasurer' aanwezig was. Stom genoeg had ik niet gevraagd tot hoe laat dat kon, en ergens middenin het park kreeg ik daar toch de zenuwen van. Het is gewoon zo lastig inschatten hoe lang je over sommige stukken doet, al helemaal omdat je geen idee hebt wat je tegenkomt. In dit geval een kudde olifanten, die precies het pad wilden nemen waar wij op reden. Tja, dan hebben zij toch echt voorrang. Dus auto helemaal naar links, motor uit, proberen je hartslag en ademhaling onder controle te houden, en ondertussen ook nog een beetje proberen te genieten! Want het was weer een bijzondere ervaring en vervolgens gingen ze ook nog de oversteek maken door het water. Een lange sliert olifantjes, inclusief hele kleintjes, die achter elkaar aan zwemmen: slurfjes omhoog en gaan! Fantastisch.

Maar ja, wel weer een half uurtje minder tijd om bij de uitgang te komen. We waren natuurlijk weer net iets te ver gereden, op zoek naar de leeuwen die we eerder zagen rond picknickplaats Serondela. Waar overigens niet veel te picknicken viel, want onze etens- en bestekbak stond nog op de camping. Gelukkig zat er nog wat koude rijst en ketchup in de koelkast en vonden we nog twee zakken chips in de voorraadbak. Koolhydraten genoeg ;-).
Maargoed, die uitgang dus. Daar moesten we ons op tijd weer melden, omdat we nog moesten betalen, aangezien er bij het inrijden geen 'treasurer' aanwezig was. Alleen waren we even vergeten te vragen hoe laat 'op tijd' nu precies was. Stress. Bij mij althans, want hoe makkelijk en simpel dingen hier soms ook lijken, met overheidsmedewerkers (en -geld) valt niet te sollen. Dus toch weer haasten, getver, echt stom. Daardoor zou je haast vergeten hoe geweldig de dag begon, als enige auto in de verste verte, met grote groepen giraffen om ons heen (zeker honderd in amper twee uur tijd), wolken pelikanen in de lucht en later op het water, een eenzame sectretarisvogel en veel, heel veel zebra's en impala's.

Ondanks al dat moois hadden we 's avonds toch allemaal een dipje. Deze camping is nou niet echt de meest inspirerende: zonder gemeenschappelijke ruimte of bar, volledig omheind en alleen uitzicht op de koeien van Namibië. En een 'mild giftige' slang in de donkere bosjes, die we ontdekten omdat ons schattige campingpoesje ermee aan het spelen was. Getver.
Bovendien zien we -vooral ik- er tegenop dat we vanaf hier via het asfalt terug moeten naar Nata en vervolgens Maun (2x 350 km), in plaats van door de natuur, bovenlangs via Savuti en Khwai, zoals we eigenlijk graag hadden gewild. Reden: geen plek op de campings. Dat wist ik in Nederland al, dus dacht dat ik het had geaccepteerd, maar als je hier dan omringd bent door mensen die wel zo kunnen rijden, en zich klaarmaken voor die urenlange spannende rit door mul zand, kun je jezelf wel proberen wijs te maken dat het beter is zo, of ten minste ok, maar zo voelt het gewoon niet.
Dat heeft invloed op mijn, en onze, stemming. Maar we hebben het te accepteren. Dit soort momenten kom je ook tegen tijdens lange reizen, en als het hierbij blijft qua tegenvaller, hebben we niks te klagen natuurlijk.

Laat de aapjes maar snel weer komen; kunnen we weer even gekke bekken trekken.

Foto’s

3 Reacties

  1. Evelien Lescrauwaet:
    2 augustus 2022
    Weer een prachtig verhaal, Hester
  2. Henk & Wil:
    2 augustus 2022
    Heerlijk als je “gekke bekken trekken” zoveel resultaten hebben enne ook nog goed voor alle gezichtsspieren 😉
    Wat hebben jullie toch weer een heerlijke vakantie!!!!!
  3. Marije:
    2 augustus 2022
    🤪😬