De vijf, of nee zes, basisbehoeften

30 juli 2019 - Spitzkoppe, Namibië

Maandag 29 juli

Tijdens elke reis zijn er wel plekken die eruit springen. The White Lady Lodge is er één van. Wat een oase van groen te midden van het stof hebben deze mensen hier gecreëerd, en wat fijne relaxte sfeer heerst er. Alles is ok, kampeerders zijn van harte welkom bij het (overigens ijsklontjeskoude) zwembad, als je iets wilt eten of drinken haal je het gewoon zelf bij de bar, en zo niet: ook prima, er zijn diverse lekkere zitjes èn - heel fijn voor Teun, die Flip en Luna erg mist - er lopen hele lieve huiskatten om lekker mee te kroelen en als bonus ook nog een twee maanden oud hondje. Paul beklimt samen met Vietnam-veteraan John uit Australië nog even de steenpuist achter de lodge en de rest van het gezin vermaakt zich opperbest met luieren aan de rand van het zwembad, om zich 's avonds op 500 meter afstand daarvan weer alleen op de wereld te wanen, een potje te koken en te kaarten onder de sterrenhemel.

Onze 'lazy sunday' is precies wat we ervan hoopten en we slapen heerlijk. Daarom begrijp ik de onrust van Paul de volgende ochtend eerst niet zo goed. We zijn zoals altijd vroeg wakker, maar deze keer gaat hij er gelijk uit en begint al wat spullen in te pakken. Dan ineens vat ik 'm: de woestijnolifanten! We hebben ze nog niet voorbij zien komen en Paul wil graag naar ze op zoek. Vandáár dat hij om half acht s ochtends alweer wentelteefjes staat te bakken (de enige en tegelijk heerlijke manier waarop je het brood hier na een dag nog kunt eten) en ons aanspoort om te komen ontbijten: we gaan gamedriven! Inmiddels zijn we zodanig getraind in het inpakken van de auto dat we snel op weg kunnen: om 8.45 uur zijn we er klaar voor.

We rijden eerst een stuk oostwaarts. Verdwalen is hier lastig: de groene strook van de rivierbedding is duidelijk zichtbaar en bovendien torent de Brandberg overal bovenuit als baken. Daarnaast hebben we altijd nog Maps.Me, waarop je ook offline kunt zien waar je bent. Dat maakt het rondcrossen hier een stuk onbezorgder. Het is gaaf. We vinden "the balancing rock": een kei die nog maar op een héél klein puntje staat en ieder moment naar beneden lijkt te kunnen vallen, we ontmoeten een groep bavianen, zien klipdassies en drie struisvogels die zich uit de voeten maken zodra we naderen. De dieren zijn hier schuw, al is het een geruststellende gedachten dat de woestijnolifanten iedere dag wel bezoek krijgen van wat auto's. En toch vinden we ze niet, zelfs niet bij de waterbron op zo'n drie kwartier rijden van de lodge. Dus keren we om, terug door de rivierbedding met z'n mulle zand. Paul heeft de 4x4 tot zijn plezier weer hard nodig en we moeten een paar keer keren vanwege omgevallen woudreuzen die het pad versperren. Terug bij de lodge besluiten we het ondanks onze knorrende magen (de tosti's van de lodge roepen ons) nog niet op te geven en een klein stukje westwaarts te rijden. Dat blijkt een gouden greep; daar, op een pad tussen het groen, vinden we ze. Vier woestijnolifanten, duidelijk veel kleiner dan hun soortgenoten in Etosha, omdat ze zich door de eeuwen heen hebben aangepast aan het leven in deze omgeving. Maar toch nog steeds groot genoeg om ons behoorlijk te imponeren. We willen ze graag zien, maar als er dan ineens één naast je staat te grazen en één voor de auto loopt terwijl je met die logge Luxie op een smal zandpad staat, houd je je adem automatisch in. Wow. We genieten even in alle rust van deze prachtige beesten, om later bij de lunch helemaal los te gaan: wat was dit weer een gave ervaring!

Na nog een laatste knuffel met 'Knorrepotje', zoals Teun een van de katten gedoopt heeft, is het toch echt tijd om verder te gaan. Onze volgende stop is Spitzkoppe en daar willen we natuurlijk nog wel een mooie kampeerplaats uit kunnen zoeken. Grappig trouwens, hoe anders dat begrip voor iedereen is. Voor veel mensen betekent het een plek pal aan de voet van de Spitzkoppe, met van die grote brokken steen op rol- en valafstand. Voor mij betekent het een mooi plekje onder een boom, met uítzicht op de berg met z'n grote brokken steen, die ook hier weer op ieder moment naar beneden lijken te kunnen lazeren. Dan maar een muts, want dat gebeurt natuurlijk nooit, maar ik slaap er toch een stuk rustiger door.

Terwijl we bovenop zo'n boulder wachten tot de zon zakt en verandert in een oranje bol, nemen we even de reis tot nu toe door. De jongens concluderen dat ze het kamperen absoluut heel gaaf vinden, maar dat ze zich toch ook wel erg verheugen op onze volgende stop: twee nachten in een B&B in Swakopmund. Luuc vat het even klip en klaar voor me samen: "Kijk mam, er zijn vijf basisbehoeften die een mens nodig heeft: drinkwater (geen stromend water hier, vandaar deze wijsheid), eten (het is inderdaad best een uitdaging om iedere dag voldoende proviand in te slaan om Luuc's lange lijf te voeden), warm water om te douchen (niet dat hij dat hier heel vaak doet, want in de open lucht, zonder deurtje en slot is dat voor deze puber een 'no go'), Wi-Fi (verrassend genoeg pas op de vierde plek!) en elektriciteit (dat heeft vast ook iets te maken met de afgelopen drie dagen zonder).
Teun heeft er nog een belangrijk element aan toe te voegen: "Eigenlijk zijn het er zes hoor, want ik heb ook wel erg behoefte aan een zacht bed!" Zucht...

PS. Onderweg stopten we ook nog even in het mijnstadje 'Uis'. De diversiteit aan mensen in de supermarkt is weer apart; het blijft bijzonder om Himbavrouwen in traditionele kleding (en dus blote borsten) in een winkel te zien, in dit geval met hun mobieltje in hun hand. Maar wat een verademing om gewoon wat boodschappen te kunnen doen zonder gelijk allerlei mensen rond je auto om je iets te verkopen of spullen van je te vragen 'omdat ze zo'n honger hebben'. Ik bedoel, ik begrijp heel goed dat mensen het doen, maar het is natuurlijk relaxter om op een plek te zijn waar het schijnbaar niet nodig is omdat mensen hun geld op een andere manier verdienen (ook al is dat dan in een tinmijn, hmmm). Tja, het leven is hier best hard, zoveel is me inmiddels wel duidelijk. Het land is prachtig, maar wat meer water en vruchtbare grond zou geen overbodige luxe zijn.

Foto’s

4 Reacties

  1. Jan Lescrauwaet:
    30 juli 2019
    Wat een belevenissen weer. Schitterende foto's.
  2. Evelien Lescrauwaet:
    30 juli 2019
    Hi lieverds, Wat een mooi verhaal weer, Hester! So happy 4 U!!
    Maar ik begrijp... ondanks de prachtige verhalen & fantastische ervaringen: t leven-van-alle-dag-in-bvNL- is-zo-gek-nog-niet HaHa ... Anyways... ENJOY 💪👍💋
  3. Marja:
    30 juli 2019
    Fantastisch die basis behoeftes van jullie zoons 😂😂😂
  4. Albert de Weerd:
    29 augustus 2019
    Zit hier te wachten bij de kapper en ben blijkbaar al even op weg in de verslaglegging van jullie fantastische avo nturen. Leuk geschreven en ook mooie foto's! Top.